Door de invloed van eb en vloed verandert het gebied continu. Bij laag water valt een groot deel droog en komen verschillende planten en dieren tevoorschijn. Wie even de tijd neemt kan die metamorfose met eigen ogen aanschouwen. Veel planten en dieren hebben zich aan deze extreme omstandigheden aangepast.
Er is een rijkdom aan waterplanten als anemonen en wieren, maar ook dieren als de sepia of een zeepaard kun je vinden in de Oosterschelde. Zelfs haaien kunnen hier door de wateren zwemmen.
De zee, en dan met name de invloed van eb en vloed, zorgt voor een enorme rijkdom aan planten, wieren en (schelp)dieren. Zo wordt er van oudsher op de schorren aan de kust zeekraal en zeeaster (lamsoor) gesneden, om vervolgens te gebruiken voor het avondeten. Nu is dit alleen mogelijk met een vergunning. En ook de visserij maakt gebruik van de rijkdom in de Oosterschelde. Wie kent nu niet de Zeeuwse mosselen, Oosterscheldekreeft, oesters en Zeeuwse kokkels?
Zowel in de zomer als in de winter verblijven hier allerlei vogels om te broeden, uit te rusten en te overwinteren. Zo zie je bij laag water de scholekster, de tureluur, de wulp en de lepelaar op de drooggevallen slikken en platen. Ze zijn dan op zoek naar bodem- en waterdieren voor een lekkere maaltijd. Wanneer het water hoog staat rusten ze uit op de schorren alsook in de karrevelden en inlaagpolders achter de dijken. Wil je zien of het eb of vloed is, kijk dan waar de vogels zitten. Hoewel je dan misschien niet naar de eenden moet kijken voor advies, die duiken namelijk onder water voor hun voedsel.
Op de grens van water en land is voor veel trekvogels voedsel te vinden. Precies langs deze waterrijke grens van water en land liggen de zes nationale parken: Lauwersmeer, Duinen van Texel, De Biesbosch, Schiermonnikoog, Nieuw Land en Oosterschelde. Op deze iconische plekken in de Nederlandse natuur zijn tijdens de vogeltrek heel veel van deze vogels te zien. Samen vertellen de gebieden het verhaal van de vogeltrek, waarbij elk gebied inzoomt op een eigen icoonsoort. Ontdek hieronder waar en wanneer je de vogels spot.
De Oosterscheldekering, het grootste en meest beroemde werk van de Deltawerken. Deze negen kilometer lange stormvloedkering sluit bij dreigend hoogwater de Oosterschelde af. Het eerste plan was om er een dichte dam neer te zetten maar om het bijzondere natuurgebied te behouden werd er gekozen voor een open, beweegbare kering. Het water blijft hierdoor zout en er is nog steeds eb en vloed.
Het eiland Neeltje Jans, dat tijdens de bouw van de kering fungeerde als werkeiland, is tegenwoordig ingericht als natuurgebied. De elementen hebben hier weer grip gekregen en een duinlandschap laten ontstaan. Hier kun je vrij struinen op wegen en paden.
Wat is er nu lekkerder dan oesters direct uit het water, zelf geraapt? Verser dan vers kan bijna niet. Ga met een gids op zoek naar al het lekkers uit de Oosterschelde. Hij of zij zal uitleg geven over waar het mag, waar je rekening mee moet houden en wat de beste vindplaatsen zijn voor de lekkerste vondsten. Ook leuk in combinatie met een overnachting op minicamping Zeelucht. In bijvoorbeeld een unieke Pipowagen.
