Nationaal Park De Meinweg
Een bijzonder terrassenlandschap
In de meest oostelijke hoek van Midden-Limburg vind je een voor Nederland uniek terrassenlandschap. De drie terrassen zijn in een ver verleden ontstaan doordat het water van de Rijn en Maas door het land schuurde én door verschuivingen in de aardkorst. Ze hebben steile overgangen en in totaal 50 meter hoogteverschil vanaf de Roer, een zijrivier van de Maas. Dwars op de terrassen zijn twee beekdalen ontstaan: het dal van de Boschbeek en van de Rode Beek. Het kraakheldere water stroomt vanaf deze beken door naar de Roer. Volg het water en ontdek de stille vennetjes en prachtige heidevelden die ertussen liggen. Of doorkruis de uitgestrekte bossen, en verwonder je over deze schuil- en slaapplaats voor broedvogels, reeën en wilde zwijnen.Veranderingen in het landschap
Nationaal Park De Meinweg kent een lange geschiedenis. De naam komt van het Keltische woord ‘gemeyne’, dat ‘gemeenschappelijk’ of ‘samen’ betekent. Het was de "gemeinde weide" van de veertien dorpen die het gebied bestuurden en gebruikten. Nu liggen acht van deze dorpen in Duitsland en de andere zes in Nederland. De mens heeft door de eeuwen heen veel invloed uitgeoefend op het landschap. De vennen ontstonden door het afgraven van hoogveen voor turfwinning. De loof- en naaldbossen zijn aangeplant om als stook- of stuthout in de mijnen te dienen. Toch is niet alles veranderd; in een aantal oude boskernen vind je nog boomsoorten die hier van oudsher voorkomen. Zoals de zomer- en wintereik, zogenaamde Meinwegstobben.
Vergezicht over velden en bos
De beste manier om het gebied te ontdekken is te voet of met de fiets. Voor het meest bijzondere uitzicht volg je het rolstoelpad, ofwel het familiepad. Dit rondje van 2 kilometer begint bij de spoorwegovergang voorbij Rijstal Venhof in Herkenbosch. Langs de route staat een uitkijktoren vanwaar je uitkijkt over de velden en het bos. Bij helder weer zie je zelfs het Roerdal, een fraai glooiend landschap met akkers, weilanden, kleine bossen en houtwallen. Ervaar de stilte om je heen, die zomaar doorbroken kan worden door misschien wel een wild zwijn.
Voor vlinderliefhebbers
Bewonder je graag vlinders en hun kleurenpracht of behendige vliegers als libellen en juffers? Volg dan het vlonderpad langs de Rode Beek, een mooi moerasgebied waar ze graag rondvliegen. Er zijn in dit gebied veertig verschillende libellensoorten waargenomen. De kans bestaat dat je de bosbeekjuffer en de uiterst zeldzame gewone bronlibel ontdekt. De beek ontleent zijn naam aan het rode, ijzerrijke water dat er vanuit het venige gebied instroomt. De nu nog strakke beek met betonnen bodem en oever maakt in de toekomst plaats voor een brede, ondiepe laagte waarin de beek haar bedding zelf kan vormgeven.
Leefgebied van reptielen en amfibieën
Nationaal Park De Meinweg staat bekend om de bijzondere soorten reptielen en amfibieën die er voorkomen, zoals de bedreigde kamsalamander en knoflookpad. Er leven zelfs vijf van de zeven inheemse soorten: de adder, de gladde slang, de levendbarende hagedis, de zandhagedis en de hazelworm. De adder is giftig, maar zo schuw dat je van geluk mag spreken als je er een ziet. Wil je de adder toch graag spotten? Je hebt de grootste kans op een ontmoeting in het voorjaar, wanneer ze zich opwarmen in de zon.